Category Archives: Computable

Pas op, een ecosysteem

Zelf ben ik nu zo een zestien jaar actief met open source software. Mijn interesse was aanvankelijk vooral op de techniek gericht. Tegenwoordig boeit mij de invloed van open source software op de ict-markt juist steeds meer. Open source software leidt uiteindelijk tot lagere prijzen van closed source software en tot meer concurrentie op de dienstverlening er om heen. Ik verwacht dat door de lage drempel om te concurreren de kwaliteit van deze dienstverlening hoger zal worden en de prijzen lager. Dat lijkt me gewenst. Het plan Heemskerk heeft ervoor gezorgd dat veel overheden nu serieus de mogelijkheden onderzoeken. Wanneer ik kijk naar de grotere migraties naar open source software, dan zie ik dat het niet altijd soepel verloopt. Bekende voorbeelden hiervan zijn de gemeente Heerenveen en de gemeente Amsterdam. Gelukkig zijn er ook projecten waarbij het wel goed verloopt. Een dergelijk project heb ik van dichtbij mogen volgen, het Antonius Open!-project. Ook hier is het invoeren van een open source desktop (Ubuntu) niet eenvoudig gebleken.

Een gebruikersorganisatie (in dit geval een ziekenhuis) is gewend specifieke applicaties te gebruiken. Men is met dit ‘gereedschap’ vergroeid en wil dat het liefst niet veranderen. Terecht overigens, want ict is immers voor medisch personeel een middel en geen doel. Bovendien wordt het personeel niet persoonlijk met de kosten van closed source software geconfronteerd. Dus waarom veranderen?

Bij het invoeren van Ubuntu-desktops wordt je dan ook voortdurend dezelfde vraag gesteld. Draait mijn applicatie ook op Ubuntu? Na onderzoek bij de verschillende pakketleveranciers is het antwoord eenvoudig: in de meeste gevallen niet. Vervolgens start het zoeken naar alternatieven. Die zijn gelukkig voldoende voor handen in de wereld van open source software, maar alternatieven zijn nooit exact hetzelfde. Daarom ontstaan er discussies over ‘voorheen kon ik dit, maar dat kan ik nu niet’ of, ‘waarom moet ik twee handelingen verrichten terwijl dat eerder in één handeling kon?’. De vraag lijkt te zijn of de eindgebruikers de alternatieven wel gaan accepteren. Anderzijds hebben de gebruikers toch wel vaker met veranderingen te maken gehad, waar is men bang voor? Open source software geeft per slot van rekening extra invloed om zaken eigenhandig aan te passen.

Ecosysteem

Het wordt duidelijk dat het niet alleen om het vervangen van een desktop gaat, maar om het vervangen van een volledig ecosysteem. Een ecosysteem dat bestaat uit leveranciers die een platform maken (het besturingssysteem, de desktop, in dit voorbeeld Microsoft Windows) en leveranciers die daarvoor software schrijven. Applicaties schrijven voor het platform wordt aantrekkelijker als het platform dominant aanwezig is. Omgekeerd is het platform aantrekkelijk als er veel applicaties beschikbaar zijn. Als dit ‘vliegwiel’ eenmaal in beweging komt, dan houdt het zichzelf in stand en wordt het een compleet ecosysteem.

Zo een populair ecosysteem is voor bedrijven en eindgebruikers weer erg aantrekkelijk. Uiteindelijk draait het natuurlijk om marktwaarde. Het open source ecosysteem is lang niet zo omvangrijk en er is lastiger geld aan te verdienen. We proberen in feite een uitgebreid ecosysteem te vervangen door een beperkter ecosysteem. En dat is naar mijn idee precies waar de schoen wringt.

Web based

Bij het Antonius ziekenhuis heeft men echter iets slims gedaan. Jaren geleden is men begonnen een eigen elektronisch patiënten dossier (EPD) te bouwen. Daarvoor is open source software gebruikt (MySQL-databases bijvoorbeeld) en is het volledig web based geraakt. Dit is slim om twee redenen. Allereerst was het jaren geleden visionair om het belang van open source software te doorzien, ten tweede was het ook slim om te voorzien dat een web based architectuur vrijheid biedt. Vrijheid om nu, na jaren, te kunnen kiezen voor bijvoorbeeld een Ubuntu-desktop. Bij het Antonius open project kan daarom op dit moment gebruik gemaakt worden van het EPD op de Ubuntu-desktop. Hoewel er wel kleine vraagstukken op het gebied van de compatibiliteit opgelost moesten worden, kan de belangrijkste medische applicatie draaien. Rest nog de uitdaging van de vijfhonderd overige applicaties, dat wel.

Lichtpuntjes

Een open source desktop is inmiddels volwassen te noemen. Het bevat alles wat een thuisgebruiker nodig heeft. Voor bedrijven die van het huidige en dominante ecosysteem af willen, ligt dat lastiger. Ze stellen dan ook veelal hogere eisen aan de desktop (zoals integratie met een directory server of singel sign on) en komen als gevolg hiervan moeilijk van het dominante ecosysteem af. Gelukkig kan ik een paar lichtpuntjes melden. Om te beginnen banen organisaties zoals het St. Antonius ziekenhuis een pad, waardoor leveranciers beginnen te begrijpen dat er ook een open source ecosysteem is en dat er ook klanten voor te vinden zijn. Bovendien zijn er in het Antonius Open!-project technische problemen opgelost waardoor iedereen nu van de gevonden oplossing gebruik kan maken (zoals de ontwikkeling van een driver voor Canon-scanners). Daarnaast komen er steeds meer alternatieven voor (closed source) applicaties in het open source ecosysteem. Deze alternatieven worden voortdurend beter en gebruiksvriendelijker. Tot slot leert het St. Antonius ziekenhuis ons dat web based applicaties een goede toekomstvaste keuze zijn.

Bottom line

Het is financieel zeer lucratief om je los te maken van een closed source ecosysteem. De business case van het Antonius Open!-project bewijst dat. Makkelijk is het niet, dat bewijzen ook verschillende open source migratieprojecten, maar het gaat de goede kant op. En hoewel het bedrijfskundig misschien van weinig betekenis is, vind ik open source software veel leuker.
Dit artikel is verschenen op de site van Computable op 12-07-2010

Ik wil helemaal geen open source software

Vanuit een gebruikersstandpunt gezien zit men wellicht helemaal niet te wachten op open source-software. Misschien werk je bij bij de overheid, in het onderwijs of bij een ziekenhuis en heb je in je werk te maken met computers. De kans is groot dat de werkzaamheden op de pc ondersteunend zijn aan hetgeen je doet. Je verzorgt namelijk mensen die ziek zijn, je geeft les of je helpt burgers. Computers zijn echter niet meer weg te denken uit ons dagelijks leven. Zelfs de mensen met een aversie ertegen hebben er mee leren omgaan. Nu wordt er door de ict-afdelingen en in de media gesproken over open source-software. Je hoort ze over Linux, Ubuntu, Firefox of Open Office. Maar, zo zal je misschien denken, ik wil helemaal niets anders, ik was net gewend hoe het werkte. Je kan er je werk mee doen en dat is het belangrijkste.

Zo verging het mij in 1995 ook. Ik had zelf net wat ervaring met Microsoft Windows NT. Een kennis van mij liet me toen Linux zien. Dat was toen een command line interface (zwart scherm witte letters). Ik zag er de lol en het nut niet van in. Pas toen een collega van me het ging gebruiken en we er samen ict-vraagstukken mee gingen oplossen raakte ik geïnteresseerd. De software werkte bijzonder goed en betrouwbaar en koste niets. Ik heb er wel een tijd aan moeten wennen, maar was daarna volledig overtuigd. Inmiddels is Linux in die vijftien jaar behoorlijk ver door ontwikkeld. We hebben nu mooie en bruikbare grafische interfaces en een keur aan applicaties die zonder kosten beschikbaar zijn. Dat is goed nieuws!

Het slechte nieuws is dat de kans groot is dat jij ook binnen afzienbare tijd met open source-software te maken zal krijgen. Je zal worden geconfronteerd met nieuwe software die anders werkt dan je gewend bent. Dat betekent dat je opnieuw moet zoeken en leren hoe het werkt. Het zal je in eerste instantie meer tijd kosten. Bovendien is open source-software, net als alle software, niet perfect. Ook deze software bevat fouten, bugs. Daarbij komt dat de ict-afdeling en ict-leveranciers er nog goed bekend mee moeten raken. Wat ook vervelend is dat (bijna) alle applicaties vervangen moeten worden, want die draaien niet op (bijvoorbeeld) Ubuntu. Waarom dan, zo vraag je je af? Ik steek je graag een hart onder de riem.

Het goede nieuws is dat deze software vaak van bijzonder hoge kwaliteit is. Dat betekent minder storingen en een hogere betrouwbaarheid. Je kan ervan op aan. De pc is minder kwetsbaar voor virussen en zal niet of nauwelijks trager worden door ‘vervuiling’. Een bijkomend voordeel is dat deze software goedkoper is. En daar is het de ict-afdeling natuurlijk ook om te doen. Het geld dat bespaard wordt, kan aan extra ict-middelen besteed worden of aan meer en betere zorg en onderwijs.

Een ander voordeel is dat je eigenaar wordt van de software. Dat is anders dan bij een softwarelicentie die alleen recht op gebruik verleent. Je mag de software veranderen en verbeteren. Nu zal je denken, ik ben geen programmeur, dus wat heb ik daaraan? Maar jij kan dat mogelijk niet, maar een ander misschien wel. Misschien de ict-afdeling wel of iemand die zij inhuren om dat te doen. Waar het om gaat is dat gebruikers direct invloed kunnen uitoefenen op de software. Juist dat maakt open source-software uniek. Nog een voordeel is dat je de software ook gewoon thuis mag gebruiken, zo veel en vaak als je wilt. Je mag het zelfs met anderen delen.

Mocht je binnenkort te maken krijgen met open source-software, dan zitten daar vast leuke en minder leuke kanten aan. Je zal eraan moeten wennen, net als ik dat zelf moest. Uiteindelijk zal de organisatie waar je werkt er beter van worden. Mogelijk wordt je er ook zelf beter van. Het zal meer jouw software zijn dan andere software ooit kan zijn. In ieder geval hoop ik dat je er ook de lol van zult kunnen inzien, want, zoals Kees Vendrik, lid van de tweede kamer fractie van GroenLinks, stelde, ‘open source-software is big fun’. Dit kan ik zeker onderschrijven. Ik hoop binnenkort weer leuke nieuwe ict-projecten op basis van open source-software te gaan begeleiden.
Dit artikel is verschenen op de site van Computable op 23-02-2010

Open source software is wel een doel op zich

Open source-enthousiastelingen vinden open source-software een doel op zich. Mensen zonder open source-achtergrond vinden dit vaak vervelend, want er dreigt een ‘geloofsdiscussie’ te ontstaan. Binnen de zakelijke dienstverlening rondom open source-software is een oplossing bedacht. Er wordt alleen nog over kwaliteit van de software en de kosten gesproken, de ‘geloofsdiscussie’ blijft achterwege.

De discussie over closed source-software versus open source-software wordt, door het vermijden van deze ‘geloofsdiscussie’, veel zakelijker. Inmiddels is wel duidelijk dat open source-software niet gratis is, dat benadrukken de voorstanders van closed source-software graag. Dat klopt zodra er over alle kosten gesproken wordt, namelijk total cost of ownership (tco). Het vergelijk van kosten kan er inderdaad anders uitzien als van tco wordt uitgegaan. Toch is het niet hoeven betalen van licentiekosten een eerste verdienste. Je kan daarnaast gelijk met de software aan de slag. Is het niet wat je ervan verwachtte, dan verwijder je het. Ook zijn open source-aanhangers bijzonder gemotiveerde werkers die veel plezier beleven aan hetgeen ze doen. Deze motivatie leidt in veel gevallen tot een professionele instelling en een goede kwaliteit van de software. Dit zijn effecten waarmee veel organisaties en bedrijven hun voordeel kunnen doen.

De voordelen van open source-software kennen we inmiddels ook wel. Inderdaad, geen licentiekosten, nagenoeg een garantie op het gebruik van open standaarden, veelal eenvoudiger in beheer door stabiele software, een lage complexiteit en standaard plek voor configuratiefiles, een goede security en innovatie. Deze voordelen zijn natuurlijk het gevolg van een ander ontwikkelmodel waarin communities en een speciaal licentiemodel een rol spelen. Gesteld kan worden dat er ook sprake is van een ander verdienmodel. Bij closed source-software ontwikkelt de eigenaar de software en berekent deze ontwikkelkosten door aan iedereen die de software in licentie gebruikt. Bij open source-software wordt er ontwikkeld door diegene die behoefte heeft aan andere of nieuwe functionaliteit, maar vervolgens mag iedereen daarvan profiteren. Communities hebben dan ook het delen van kennis en software hoog in het vaandel en daarvan kan en mag iedereen profiteren. Geen wonder dat er kostenvoordelen zijn te behalen, nog los van licentiekosten, het is een efficiënter ontwikkelmodel.

Natuurlijk gaat dit niet altijd op. De community moet van voldoende omvang zijn. Een kleine groep ontwikkelaars laat zich vergelijken met een bedrijf dat closed source-software ontwikkelt. De schaalvoordelen zullen dan ook niet goed tot hun recht komen. Blijkbaar is niet alle software hiervoor geschikt. Sommige software is te weinig generiek en heeft daarom een relatief kleine gebruikersgroep en dus ook een kleine community.

Zoals gezegd wordt de ‘geloofsdiscussie’ graag vermeden. Door deze discussie zakelijk te houden wordt open source-software voor bedrijven en overheden echt acceptabel als alternatief voor closed source-software. Zowel de Nederlandse overheid, de gezondheidszorg als het onderwijs zijn door het plan Heemskerk gehouden open standaarden toe te passen en bij voorkeur hiervoor open source-software te gebruiken. Terecht vragen de chief information officers (cio’s) van Nederlandse gemeenten zich af of de burger er nu wijzer van wordt. Is het de kwaliteit van de software? Is het besparen op licentiekosten? Deze vraag is om twee redenen legitiem, men houdt namelijk het belang van de burger voor ogen. Bovendien betreft het gemeenschapsgeld dat uitgegeven wordt. Maar is er dan nóg een reden om open source-software te gebruiken? Is dat misschien de ideologie? En wat is de ideologie van open source-software eigenlijk?

Centraal bij open source-software en de communities staat vrijheid. Het gaat dan om de vrijheid om kennis en software te delen en om ermee te doen wat je wilt. Maar dus ook de vrijheid om voor closed source-software te kiezen. Deze vrijheid sluit goed aan bij de vrijheid die wij genieten in onze westerse landen. Er is echter meer.

Doordat er steeds meer open source-softwarealternatieven komen, gaan meer ict-bedrijven zich hierop richten. Het accent verschuift daarbij van het leveren van een product naar het leveren van diensten (rondom deze open source-software). Het gevolg hiervan is tweeledig, de prijs van software wordt lager en de competitie neemt toe. De prijzen van closed source-software komen onder druk door de concurrentie met open source-softwarealternatieven. Hier profiteren dus vooral de aanhangers van closed source-software van. De juiste verhouding tussen prijs en toegevoegde waarde is bij het leveren van diensten beter vast te stellen dan bij de aanschaf van licenties.

Op grotere schaal kan verwacht worden dat er meer competitie zal plaatsvinden omdat er eenvoudiger met elkaar geconcurreerd kan worden. De kennis en de software zijn immers vrij beschikbaar. Uiteindelijk zal de ict-industrie efficiënter worden, hiervan profiteert de gehele maatschappij. Dit verschijnsel kan zonder veel fantasie ook op derde wereld landen worden geprojecteerd. Het laat zich raden wat de effecten zijn.

Als we de directe zakelijke voordelen van open source-software buiten beschouwing laten, is er nog steeds een ideëel doel dat het gebruik ervan rechtvaardigt. Deze ideële doelstellingen sluiten goed aan bij de vrijheid die wij in onze maatschappij zo hoog achten. Uitgangspunten die we zelfs in onze grondwet hebben verankerd. Dit is wat mij betreft de belangrijkste reden voor de overheid, gemeenten, gezondheidszorg en onderwijs om open source-software te gaan gebruiken. Op individueel bedrijfsniveau blijft een business case natuurlijk altijd een goede aanpak. Er zijn in Nederland inmiddels voldoende open source-softwaredienstverleners die je daar graag op zakelijke wijze bij willen helpen. Zij adviseren je ook graag hoe je vrijheid in jouw ict-strategie tot doel verheft.
Dit artikel is verschenen op de site van Computable op 14-01-2010